De parallellen tussen Palinurus en Misenus zijn opmerkelijk. Beide personages laten het leven bij het einddoel van de tocht. Beiden zijn door Vergilius naar de figuur van Elpenor uit Homerus' Odyssee gemodelleerd. En naar beiden is een kaap in Italië vernoemd. Desondanks bestaan er ook grote verschillen.
Voor mij komt de betekenis van Palinurus in het kort hierop neer, dat hij het cultuurhistorische type belichaamt, dat zich rekenschap geeft van zowel de gevolgen van zijn persoonlijke ambities, als van de maatschappelijke ontwikkelingen waarvan hij deel uitmaakt. Deze interpretatie is mede gebaseerd op het commentaar van de Engelse schrijver Cyril Connolly, dat naast mijn grote bewondering voor de vormkracht van de Aeneis, tevens inspiratiebron voor PALINURO is geweest. Bij mijn interpretatie van Palinurus heb ik mij zowel naar vorm als naar inhoud op het diepste innerlijk van mens en wereld willen richten. MISENO daarentegen beweegt zich meer op het terrein van de werkelijkheid - onze werkelijkheid. De manier waarop Vergilius Misenus laat optreden is zo verschillend aan die van Palinurus, dat hij voor mij het type is gaan vertegenwoordigen, dat zich niet al te veel rekenschap van zijn doen en laten geeft, met alle noodlottige gevolgen van dien. De relatie tussen beide installaties is die van protagonist en antagonist.
De verdeling protagonist-antagonist over twee afzonderlijke installaties is al tijdens het werken aan PALINURO ontstaan en werd ingegeven door de manier waarop ik bij de selectie van TV-beelden voor Palinurus' geestesbeelden te werk ben gegaan. Ik heb het beeldmateriaal toen vanuit een lyrische invalshoek - met vooral aandacht voor de hartstochtelijke krachten van de natuur (Poeschl) - bekeken, terwijl de verzameling, voor het overgrote deel bestaande uit documentaires, hoofdzakelijk uit critische beelden bestaan en over het algemeen het bizarre van onze tijd willen tonen. De installatie MISENO is tot stand gekomen omdat ik deze kant van het beeldmateriaal niet ongebruikt wilde laten. De contrasterende begrippen protagonist en antagonist hebben mij tot leidraad gediend, niet alleen als tegengestelde figuren maar ook als figuren die elkaar aanvullen. Zodoende is er een complementair verband tussen de beide installaties onderling, die niet alleen inhoudelijk maar ook in de vorm uitgewerkt is.
Victor Poeschl heeft in zijn boek 'Die Dichtkunst Virgils - Bild und symbol in der Aeneis' erop gewezen dat in alle onderdelen van het dichtwerk licht overschaduwd wordt en in duisternis licht doorbreekt, hetgeen terug te voeren is op het klassieke streven om binnen tegenstellingen een harmonisch evenwicht te bereiken. Dit streven is voor mij een belangrijke maatstaf geweest bij het maken van PALINURO en MISENO.