HET SUPPLEMENT
Aanwijzingen voor de lezer
Dit deel valt eigenlijke buiten de fantasie als web/leesopera, net als het vijfde deel met de analecta. Supplement en analecta zijn om praktische redenen toegevoegd.
Het supplement als samenvatting wat in het voorgaande naar voren is gebracht en als een verzameling aanwijzingen voor een eventuele uitvoering in welke vorm dan ook.
De analecta, fragmenten uit het bronmateriaal van klassieke teksten, als model en referentiebeeld voor de manier waarop goden optreden, hoe ze onderling met elkaar praten, de dramatische opbouw van het verhaal enzovoort voor een eventuele verdere uitwerking van het libretto en de enscenering van de fantasie.
De indeling van het supplement is op zeven tekstelementen van een fragment uit Vergilius' Aeneis gebaseerd, waarin de grot van de Sibille van Cumae en haar hoedanigheid als voorspellende priesteres van Hekatos, dat wil zeggen van Apollo, wordt beschreven. De sterk tot de verbeelding sprekende bewoordingen geven - althans voor mij - in onderling verband een aansprekend richtsnoer voor de voortgang van de handeling, voor het decor waarin, en voor de uiteindelijke afloop zoals die zich tijdens het schrijven van de fabel heeft ontwikkeld.
Het supplement bestaat uit drie hoofdstukken: Script, Scènerie en Enscenering.
Script bestaat uit drie delen. Het eerste deel, Tekst en tekens, is een resumé van de fragmenten uit de Aeneis die ik voor het verhaal heb gebruikt. De fragmenten zijn zowel episoden waarin Palinurus zelf voorkomt, als episoden die ik vanuit mijn interpretatie met Palinurus in verband heb gebracht.
Het tweede deel, Op bladeren geschreven, is een resumé van de hoofdpunten van de fabels, dat wil zeggen van mijn versie van het verhaal zoals zich dat binnen de gedroomde herbestudering van het Palinurusverhaal heeft ontwikkeld.
Het derde deel, In rijen geordend, bestaat uit een verzameling marginaliën, dat wil zeggen uit diverse kanttekeningen die ik tijdens de herbestudering of terugkijkend daarop, bij het verhaal, de fabels en enkele elementen uit de secundaire literatuur heb gemaakt.
De beknopte samenvattingen worden steeds afgesloten met aantekeningen, opmerkingen in de trant van 'verder ook', 'zo dus' (zowel in constaterende als in vragende vorm), 'kan het zijn dat' en dergelijke. Daarmee wil ik - waarbij ik aan derden alle ruimte voor eigen interpretaties en conclusies wil open laten - duidelijk maken hoe ik tijdens mijn herbestudering tot mijn persoonlijke mythe voor de vertelling gekomen ben.
Scènerie is eveneens in drie delen onderverdeeld: Eigen plaats en rang, Als de deur zich opent en Hoog door de grot, die respectievelijk
(1) personages, koor en figuranten,
(2) locatietaferelen van het scènebeeld en
(3) door elkaar lopendetijdsorden behandelen. Dit deel bestaat uit meer praktische aanwijzingen en opsommingen ten aanzien van plaats, handeling en tijd ingeval het tot een enscenering zou komen.
Enscenering heeft als ondertitel Door 100 holen zingend en is het zevende tekstelement uit de eerdergenoemde passage die ik voor de indeling van het supplement heb gebruikt. Het is een directe toespeling op de grot van de Sibille van Cumae en op de aansprekelijke manier - zeker voor een opera - waarop die in het landschap, en dus in het decor is opgenomen.
Over de enscenering behandelt de verschillende disciplines waarin de fantasie, ook al is die platonisch, hopelijk toch uitgevoerd kan worden. Mede ook vanwege het voorbehoud dat ik in de inleiding bij Deel 3 - Het Werk rond de onuitvoorbaarheid ervan gemaakt heb.
Opzet van en richtsnoer voor de enscenering geeft een schematisch overzicht van tijd, plaats en handeling dat ik voor de eigen versie van het verhaal heb gebruikt en bij een eventuele uitvoering behulpzaam kan zijn.
Het daarna volgende Korte inhoud van het verhaal, is een hervertelling van de eigen versie van het verhaal uit Deel 1 - Het Verhaal, maar beknopter dan die van Deel 3 - Het Werk.
|