DE FABEL
Those words of art
Hekate, die Zeus, zoon van Kronos, boven alle anderen eerde door haar
prachtige geschenken te geven, waardoor
haar de aarde en de onvruchtbare
zee ten deel vallen. Ook heeft zij haar deel in het aanzien van de sterrenhemel
en wordt zij het meest onder de onsterfelijke goden vereerd.
( Hesiodos: Theogonie 411vv)
En Nacht baarde hatelijke Doem en zwarte Bestemming en Dood;
zij baarde Slaap en de stamgroep vtan Dromen (...) de duistere godin Nacht,
zonder
met iemand geslapen te hebben. - Ook baarde zij Hekate.
(Hesiodos: Theogonie 211vv en Kerényi n.58: Sc.A.Rh.3.467)
‘THIS IS NO TIME FOR PORING OVER THOSE WORKS OF ART’ zijn de eerste woorden die we in de Aeneis-vertaling van C. Day Lewis van de Sibille Deiphobe vernemen. Woorden die ik jaren terug al eens als motto voor een werk heb gebruikt. Toch ben ik, omdat ik in de ban daarvan was geraakt, op ‘zulke’ werken en ‘words of art’, mythologische motieven vaak, blijven broeden, - en bleef ik turen.
Roberto Calasso, Italiaanse schrijver en uitgever, heeft gezegd: ‘De mythe is een verhaal. De enige manier om dieper door te dringen in de wereld van de mythe is de verhalen van begin tot eind opnieuw te vertellen.’ En: ‘Zodra we de mythe aanraken waaiert die in alle richtingen uit. De variant is hier de grondvorm. Iedere handeling voltrekt zich op die manier, of toch op een andere, of toch weer op een andere. En in al die uiteenlopende verhalen weerspiegelen zich de andere.’ (>*1) Vandaar dat ik mij van mijn eigen parafrase van de vermaning van de Sibille weinig aangetrokken heb en - ook al is het er misschien de tijd niet naar (>*2 ) - mythologische thema’s die ik eerder heb gebruikt, opnieuw ter hand genomen heb en ze vanuit een bredere invalshoek voor een nieuwe fabel rond de stuurman Palinurus uit Vergilius’ Aeneis heb bewerkt.
Deze fabel gaat van een veronderstelde verbondenheid van Palinurus’ droom met diverse aspecten van de drievoudige mythologische figuur Hekate uit, en is in drie delen met als tussentitels Hekate-Trivia, Trivia-Selene en Hekalene, verder uitgewerkt. C. Kerényi in The Gods of the Greeks (Londen 1951/88; p.35-37): ‘Hekate was deelhebster van de hemel, de aarde en de zee, maar ze werd nooit een Olympische godin. Zij was zo nauw met het leven van onze vrouwen verbonden, en daardoor met het mensdom in het algemeen, dat ze van kleiner statuur leek dan de vrouwen en 10 dochters van Zeus. Van de andere kant was haar domein - in het bijzonder de zee, waar zij in oertijden haar liefdesaffaires had - zo groot dat de Olympiërs die niet onder controle konden houden. Als ze niet onderweg was, verbleef zij in haar grot.’ ‘Van de andere kant werd er ook gezegd dat Hekate gebiedster van de Onderwereld was en iedere nacht een zwerm geesten rondleidde, begeleid door het geblaf van honden.’ ‘Zij werd elders verondersteld een van de Dochters van Nacht te zijn.’ ‘Ze werd zelfs Teef en Wolvin genoemd.’ (>*3) Ik heb geprobeerd de grote variatie aan verschijningsvormen van deze intrigerende godin in de fabel die ik destijds Hekate - Trivia, Selene, Hekalene heb genoemd (>*4) en die nu dus aan De K van Skylla ten grondslag ligt, te verwerken. De fabel begint met een korte paragraaf, getiteld Wie was Hekate? Deze paragraaf is een algemeen én persoonlijk schematisch overzicht om de uiteenlopende hoedanigheden en verschijningsvormen in kaart te brengen die ik in mijn studie van Hekate ben tegengekomen, of die ik in haar projecteer.
|