afb. snapshot - Archeologisch Museum, Siracuse (It.)

 

 

* Étant donnés

 

Drie verhalen

> het Palinurusverhaal bij Vergilius

> het commentaar van Cyril.Connolly

> het Palinourosverhaal - eigen versie

 

> Van fabel naar parabel

 

Appendix

> drie versies

> noten

 

> menu

 

< home

 


HET VERHAAL

 

 

 

Étant donnés

 

U zoekend, Palinurus, droeve droom u brengend onverdiend.
Vergilius, Aeneis 5.840
)

Maar zie, toen zijn hoorngeschal de zee doorklonk
en hij in overmoed de goden durfde te tarten,
had Triton, als men het geloven mag, de uitdaging aanvaard
en de dwaas in het schuim tussen de rotsen doen verdrinken.

   ( 
Vergilius, Aeneis 6.171-174)

Op de derde dag echter werd zijn lichaam door dolfijnen
aan land gebracht terwijl daar een lokaal feest gehouden werd (...)
alle mensen haastten zich naar het strand, herkenden het lichaam en
beweenden en begroeven het
.
( De wedstrijd tussen Homeros en Hesiodos)
                                           

 

SKYLLA was een afschuwelijk vrouwelijk monster. Volgens Vergilius was alles aan haar afstotelijk, behalve haar borsten en, tot aan de schaamstreek, haar buik. Tot daar zag ze er uit als een meisje, een maagd of een jonge vrouw, afhankelijk van degene die haar bewonderde.
Misschien dat deze aantrekkelijke lichaamsdelen een restant waren van de schoonheid die Skylla eens was geweest: de mooie dochter van Hekate. Zij was door Kirke uit jaloezie in het monster veranderd; volgens Ovidius is Skylla later nog in een rots veranderd.
Het was de gewoonte van Skylla om, wanneer ze de kans daartoe kreeg, zeelieden te grijpen, hun botten te kraken en ze dan langzaam te verzwelgen. Zij had de stem van een pasgeboren hond; het geluid dat ze maakte leek namelijk op het zacht jammeren van pasgeboren honden, dat volgens de Britse schrijver Robert Graves hetzelfde klonk als het zachte gejank van Artemis’ witte doodshonden met rode oren als ze op jacht waren.

HEKATE. Het zal wel geen toeval zijn dat Skylla met haar zes hondenkoppen en twaalf voorpoten eigenlijk een verdubbeling was van haar moeder, de drievoudige Hekate. Net zomin als dat haar van buiten prachtige buik eigenlijk die van een wolvin was en haar achterpoten de vorm van dolfijnenstaarten hadden.
Het was geen geheim dat Hekate vele liefdesaffaires met zeegoden heeft gehad, zowel hogere als lagere. Als meesteres van de onderwereld werd Hekate vaak als een weerwolf afgeschilderd en als zij met haar fakkels en met een zwerm geesten om haar heen in die hoedanigheid rondging klonk er voortdurend het gejank van honden. Toch was Hekate in tegenstelling tot haar dochter ook een zegenrijke en bescherming biedende godin.

PALINURUS, de stuurman van het schip van Aeneas, viel in de nacht voorafgaand aan het einde van een zevenjarige expeditie door slaap overmand in zee, waarbij hij een deel van de achtersteven met helmstok en al in zijn val met zich meesleurde. Hij was drie dagen ten prooi aan de stormen en de golven van de zee, belandde tenslotte veilig op het strand bij Velia waar de bewoners van die plaats hem om zijn kleren vermoordden en zijn lichaam onbegraven op het strand lieten liggen. Dit is kort samengevat het Palinurusverhaal uit Vergilius’ Aeneis.
De Britse schrijver en criticus Cyril Connolly heeft in de epiloog van zijn The Unquiet Grave een korte studie naar het Palinurusverhaal gedaan; hij vindt dat het verhaal zoals dat in de Aeneis wordt verteld, vol moeilijkheden zit. Connolly: “‘Om U, Palinurus, te zoeken, droevige dromen brengend ofschoon u onschuldig waart’. Maar was Palinurus onschuldig? Was zijn verdwijning wel zo toevallig als Aeneas veronderstelde?”

MISENUS. Algemeen wordt aangenomen dat de dood van Palinurus een zoenoffer is geweest. Palinurus als zondebok voor wat Connolly heeft genoemd: ‘het verraad’, ‘de hubris’ en de ‘goddeloosheid’ van Aeneas, en zijn leven als verzoeningsoffer voor de goede afloop van Aeneas’ reis. Maar kan Misenus, legeraanvoerder en trompetter van Aeneas, niet evengoed de zondebok zijn geweest, aangezien hij de ochtend na Palinurus’ verdwijning, direct nadat Aeneas en zijn gevolg op het strand bij Cumae voet aan wal hebben gezet, daar onder twijfelachtige omstandigheden de dood heeft gevonden?
Zo lezen we in Aeneis boek VI (173-74): “... had Triton, als men het geloven mag, die uitdaging prompt aanvaard en de dwaas in het schuim tussen de rotsen doen verdrinken.” Vergilius laat met het tussenzinnetje ‘als men het geloven mag’ de precieze oorzaak van Misenus’ dood duidelijk open.

HESIODOS, met Homeros een van de belangrijkste dichters uit de Griekse oudheid, is een aanbidder van Hekate geweest, terwijl hij over het algemeen als vrouwenhater bekend staat. Er is weinig over zijn leven bekend, maar er bestaat een verhaal over een dichtwedstrijd tussen Homeros en hem, die door Hesiodos is gewonnen.
Het verhaal vertelt ook hoe het daarna de beide dichters is vergaan, waarbij het met de laatste slecht is afgelopen. Tijdens zijn terugreis onder valse beschuldigingen van oneerbaar gedrag vermoord en in zee geworpen, is zijn dode lichaam na drie dagen door dolfijnen weer naar het vasteland gebracht. Daarmee kan Hesiodos worden opgenomen in het rijtje van mythologische personages van wie het lot een zekere gelijkenis vertoont met dat van de stuurman van Aeneas.

DE FABEL. Uitgangspunt blijft het verhaal van de stuurman die in slaap gebracht in zee was gevallen en na drie dagen ten prooi aan de stormen en de golven van de zee te zijn geweest, dood op het strand bij Velia kwam te liggen. Maar dan niet omdat de bewoners van die plaats hem hadden vermoord en hem onbegraven op het strand hadden laten liggen. Uit bronnenonderzoek en met de hulp van Helikons Muze is gebleken dat zijn dood het gevolg is geweest van zijn besluit om na het bereiken van het einddoel over zee op eigen houtje naar Eryx op Sicilië terug te keren en dat hij door omstandigheden buiten hem om - door een slaapgod overmand en zijn val in zee nog voor het bereiken van het einddoel - daartoe eerder is overgegaan dan hij zich had voorgenomen.
De stuurman heeft op zijn tocht naar het zuiden van Italië tal van gevaren getrotseerd, met als eerste een confrontatie met Misenus, de trompetter en legeraanvoerder van Aeneas op de ochtend van zijn aankomst bij Cumae. Maar de oversteek in het zuiden van Italië naar Sicilië drie dagen later is hem niet gelukt omdat hij een confrontatie met Skylla niet heeft weten voorkomen. Ondanks al zijn stuurmanskunst blijkt hij toch aan het oogverblindende monster ten prooi te zijn gevallen, is zijn verminkte lichaam vervolgens door ingrijpen van Hekate, die haar beschermeling niet had weten te redden, over zee naar het strand van Velia gebracht en daar - ‘door hemelse tekens daartoe aangespoord’ - door de plaatselijke bewoners begraven.

PARABEL. Is Palinurus’ dood dan toch een geval van vergelding of zoenoffer geweest? En dan niet als garantie voor een goede afloop van Aeneas’ tocht, wat doorgaans wordt verondersteld, maar als een vergelding en zoendood voor iets anders?
Ooit was Nemesis, zuster van Hekate en godin van wrekende gerechtigheid en toegemeten bekrachtiging, met hulp van Aphrodite door Zeus verkracht, en moeder geworden van Helena van Sparta om wie de Trojaanse oorlog zou ontbranden. Net als de ontmanning van Ouranos door zijn jongste zoon Kronos, vader van Zeus - een wandaad die op zijn beurt tot de geboorte van Aphrodite had geleid - was deze verkrachting het zoveelste geval van een generatielange schending van de wereldorde. Skylla’s door Aphrodite aangemoedigde hybris tegenover haar moeder - het vernietigen van Palinurus, Hekate’s beschermeling - kan als een echo van Nemesis’ vernedering worden gezien en in het verlengde daarvan, zou je kunnen zeggen, is de stuurman inderdaad gedwongen geweest voor zondebok te spelen. Tegelijkertijd kan zijn vernietiging ook als een vergelding voor zijn eigen aanmatigend gedrag tegenover zijn aanvoerder en Aphrodite, die de moeder van zijn aanvoerder was, worden gezien. En wel zoals hij die - heimelijk, maar toch - in de kwestie rond Helena de Jongere, dochter van Helena van Sparta en Troje, tentoonspreidde.
Als we Helikons Muzen mogen geloven had Aeneas bij zijn vlucht uit het brandende Troje de jonge Helena als trofee meegevoerd en in Eryx besloten haar als hiërodule, dat wil zeggen als priesteres en tempelprostitué, in de daar te bouwen Aphroditetempel aan te stellen. De reden dat Palinurus na het volbrengen van zijn missie naar Eryx wilde terugkeren was, dat de jonge Helena hem had gevraagd haar te helpen Eryx te ontvluchten en dat de plichtsgetrouwe stuurman daarmee had ingestemd - zij het op termijn: na het volbrengen van zijn taak zijn aanvoerder veilig bij Cumae aan land te brengen. Door zijn dood heeft hij deze belofte aan de jonge Helena niet kunnen nakomen, maar dat neemt niet weg dat, ook al waren zijn bedoelingen goed en was het falen tegenover zijn aanvoerder buiten zijn schuld, Palinurus’ gedrag tegenover Aeneas en diens goddelijke opdrachtgever inderdaad minder onschuldig was dan over het algemeen wordt aangenomen.
Maar hoe had Palinurus, drijvend op zijn vlot, zich dat voorgesteld, proberen Helena de Jongere voor de taak die haar te wachten stond en die zij verafschuwde, te redden? Dat zal moeilijk te achterhalen zijn, maar voor de jonge Helena was zijn ongeluk in feite een geluk bij een ongeluk, en wel omdat Palinurus’ vergeldingsdood en verzoenende begrafenis Nemesis ertoe hebben aangespoord om zelf de jonge Helena van haar schandtaak te redden.
Met Helena’s redding - haar verheerlijking als Wilde Muze - werd door Nemesis de wereldorde in haar invloedssfeer en naar haar maatstaven hersteld en ook dat bleef niet zonder gevolgen. Want daardoor werd op haar beurt de Olympische kliek, inclusief Zeus (die voortaan Jupiter heet) er mede toe aangezet naar Italië te verhuizen. Waar Aeneas inmiddels Rome, het nieuwe Troje had gesticht - de opdracht die hij bij zijn vlucht uit het brandende Troje van Jupiter (toen nog Zeus geheten) had meegekregen.

 

> étant donnés - > versie Vergilius - > versie Connolly - > eigen versie - > van fabel naar parabel - > drie versies - > menu